Veel gestelde vragen vanuit de werkgever over pensioen

Op deze pagina geven we in begrijpelijke taal uitleg over veel gestelde vragen die we in onze samenwerking met werkgevers vaak tegen komen. Bijvoorbeeld vragen over de wet toekomst pensioenen of over een pensioenregeling voor uw werknemers. Staat een vraag niet in het rijtje? Neem dan gerust contact met ons op, zodat we een nadere persoonlijke toelichting kunnen geven.

Leuker kunnen we het niet maken

Maar hopelijk wel inzichtelijker en duidelijker

In het Pensioenakkoord (2019) is de Wet toekomst pensioenen één van de afspraken die gemaakt zijn door de regering, werkgevers- en werknemersorganisaties.
Deze wet zorgt vanaf 1-7-2023 voor een belangrijke wijziging in het pensioenstelsel, waardoor alle pensioenregelingen in Nederland moeten worden aangepast.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
  • De pensioenpremie is niet meer afhankelijk van de leeftijd van de werknemer, maar moet voor alle werknemers binnen dezelfde groep gelijk zijn.
  • Dit gelijke premiepercentage geldt voor nieuwe pensioenregelingen vanaf 2023.
  • Voor bestaande deelnemers mag een bestaande oplopende/gestaffelde pensioenregeling voortgezet worden. Totdat de laatste deelnemer uit dienst gaat.
  • Het nabestaandenpensioen bij overlijden voor de pensioendatum moet worden uitgedrukt in een percentage (maximaal 50%) van het salaris.
Iedere werkgever (die niet is aangesloten bij een verplicht bedrijfspensioenfonds) moet een wijzigingstraject opstarten om ervoor te zorgen dat de pensioenregeling tijdig is aangepast.
Pensioenvoorelkaar richt zich op de communicatie naar de werknemer en geeft geen advies over het inregelen van de pensioenregeling zelf.
Wij adviseren om ruim op tijd contact op te nemen met uw pensioenadviseur.

Het nabestaandenpensioen gaat veranderen. Onderscheid moet worden gemaakt tussen het overlijden voor- of na de pensioendatum. Let op! Nog niet alle voorgestelde wijzigingen zijn definitief.
Overlijden vóór pensioendatum
  • Dekking op risicobasis (risicopremie).
  • Partnerpensioen maximaal 50% van het salaris en onafhankelijk van diensttijd. We zien nu terug dat veel werkgevers tussen de 20% en 40% van het salaris verzekeren.
  • Wezenpensioen maximaal 20% van salaris met een eindleeftijd van 25 jaar.
  • Dekkingsperiode zal na ontslag (bepaalde periode) doorlopen. Bij WW gedurende de WW periode.
  • Verzekeren ANW-uitkering blijft mogelijk.
  • Reeds opgebouwd nabestaandenpensioen blijft buiten beschouwing bij bepalen nieuw fiscaal maximum van 50%.
  • Eenduidig partnerbegrip (huwelijk, geregistreerd partnerschap of gezamenlijke huishouding). Met specifieke voorwaarden.
Overlijden ná pensioendatum
Op de pensioendatum maakt de werknemer de definitieve keuze voor het pensioen. Vaak is het uitgangspunt dat 70% (fiscaal maximum) van het ouderdomspensioen als partnerpensioen gekozen wordt. Hier kan van worden afgeweken. De keuze is afhankelijk van de persoonlijke en financiële situatie op dat moment. De partner zal wel altijd mee moeten tekenen bij het maken van de keuze.
Wij zijn uw werknemers graag van dienst bij het maken van deze keuze door ze inzicht te geven in de consequenties bij de diverse mogelijkheden.

Zoals hierboven genoemd is de wet in 2023 ingegaan.
De sociale partners en pensioenuitvoerders krijgen hierna tot 1 januari 2028 de tijd om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving.
Op deze pagina kunt u de actuele situatie inzien.

U bent niet wettelijk verplicht om uw werknemers een werknemerspensioen toe te zeggen. Dit is anders als er een verplichting in de cao staat of als uw bedrijfsactiviteiten vallen onder een bedrijfstakpensioenfonds.
Wanneer er geen verplichting is, is het aan te raden om wel pensioen (op welke wijze dan ook) aan uw werknemers aan te bieden.
Mocht het opzetten van een collectieve pensioenregeling te omslachtig en te duur zijn, dan kunt u ook een (individueel) budget toekennen waarmee de werknemers hun pensioenopbouw zelf kunnen regelen.
In dat geval denken we graag mee en nemen uw werknemers mee in de financiële uitwerking van hun keuze.

De AOW-leeftijd ligt vast tot 2030:
  • In 2024, 2025, 2026 en 2027 - 67 jaar
  • In 2028 en 2029 - 67 jaar en 3 maanden
Daarna kan de AOW-leeftijd blijven stijgen. Dat komt omdat Nederlanders gemiddeld ouder worden. De AOW-leeftijd is 5 jaar van tevoren bekend.

In het pensioenakkoord is afgesproken dat deelnemers van een pensioenregeling een extra keuzemogelijkheid krijgen.
Het streven is nu om vanaf 1 januari 2025 (was 1 juli 2023) de mogelijk aan te bieden om eenmalig een bedrag op te nemen op de pensioendatum. Door de eenmalige opname wordt het levenslange pensioen wel lager.
Ook gelden er de volgende voorwaarden:
  • de eenmalige uitkering is niet te combineren met een hoog/laag uitkering of een AOW-overbruggingspensioen
  • de eenmalige uitkering is maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen
  • het bedrag kan alleen op de pensioendatum worden opgenomen
  • het pensioen moet na de eenmalige opname boven de afkoopgrens van kleine pensioenen liggen.
Alle pensioenuitvoerders moeten deze keuzemogelijkheid gaan aanbieden. Meer hierover leest u op de volgende pagina.

RVU staat voor Regeling Vervroegd Uittreden.
In het pensioenakkoord is afgesproken dat mensen met zware beroepen vervroegd kunnen stoppen met werken (datum inwerkingtreding 1-1-2021). Werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties bepalen samen om welke groepen werknemers het gaat en kunnen hierover afspraken maken tot en met 2025. De laatste uitkering vindt plaats in 2028. Werkgevers mogen maximaal 3 jaar voor AOW-leeftijd een uitkering van bruto € 26.184 per jaar (2024) aanbieden aan de werknemer, zonder dat een extra (fiscale) boete geldt.
In combinatie met deze RVU-uitkering kan de werknemer ervoor kiezen om een deel van het ouderdomspensioen eerder te laten uitkeren, zodat het inkomen er niet teveel op achteruit gaat. Dit betekent wel dat het pensioen na AOW-leeftijd lager wordt. Er moet goed gekeken worden naar de totale financiële situatie (ook op lange termijn), om te voorkomen dat er later tekorten ontstaan.
Afhankelijk van wat er in de CAO afgesproken is, kan een werknemer er soms voor kiezen om nog (gedeeltelijk) inkomen uit arbeid te genereren naast de RVU-uitkering.
Goed om uw werknemer de mogelijkheid te bieden om het financiële plaatje helder te krijgen, waardoor een bewuste kan worden gemaakt.
Pensioenvoorelkaar is uw werknemer graag van dienst.

De optie om verlof te sparen is per januari 2021 uitgebreid van 50 naar 100 weken. Hierdoor is het voor werknemers mogelijk om eerder met pensioen te gaan.
Heeft u uw werknemers hier al over geïnformeerd?

Heeft u (aanvullende) vragen?